Zodra een leerling de basisschool heeft afgerond gaat hij of zij naar het voortgezet onderwijs. Voortgezet onderwijs is er in 3 niveaus: vmbo, havo en vwo. In de eerste jaren krijgen de leerlingen een brede scholing. In de bovenbouw kiezen ze een vakkenprofiel die bij hun interesses en mogelijke beroepsvoorkeur past.
Het voortgezet onderwijs wordt afgesloten met het schriftelijk centraal examen. Per vak en niveau is dit examen voor heel Nederland hetzelfde.
Als je les wilt geven in het voortgezet onderwijs, dan zul je een eerstegraads of tweedegraads bevoegdheid voor een bepaald vak in je bezit moeten hebben. Om deze bevoegdheid te behalen moet je een lerarenopleiding aan een hogeschool of universiteit afronden. Met een eerstegraads bevoegdheid mag je lesgeven aan alle leerjaren van het vmbo, havo, vwo, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Met een tweedegraads bevoegdheid mag je lesgeven aan middelbaar beroepsonderwijs, het vmbo en de eerste 3 jaar van havo of vwo.