Hoger onderwijs wordt aan hoge scholen en universiteiten gegeven. Hoger onderwijs kan men volgen na het afronden van het voortgezet onderwijs.
De structuur van hoger onderwijs is als volgt opgebouwd:
• verkorte tweejarige studie
• drie- of vierjarige bacheloropleiding
• één of twee of soms een meerjarige masteropleiding
De verkorte tweejarige studies worden pas sinds september 2006 gegeven. Deze opleidingen hebben een hbo-graad en zijn voornamelijk bedoeld voor mbo’ers die nog verder willen studeren maar geen bacheloropleiding willen volgen. Om voor deze studies in aanmerking te komen heeft de student een afgeronde mbo-4 opleiding of een havo diploma hebben. De studies worden afgerond met een Associate degree.
Bacheloropleidingen worden zowel op hogescholen als op universiteiten gegeven. Een bacheloropleiding op een hogeschool is een complete beroepsgerichte opleiding. Op een universiteit is dit een academische basisopleiding waar de basiskennis over een vakgebied wordt geleerd. Na het afronden van de bacheloropleiding kan de leerling kiezen om
• door te stromen naar de arbeidsmarkt
• één extra jaar op bachelorniveau te volgen, bachelor na bachelor genoemd
• een schakelprogramma te volgen om hierna in te kunnen stromen in een (academische) masteropleiding
• direct door te stromen naar een masteropleiding
Masteropleidingen duren over het algemeen één of twee jaar. Er zijn ook uitzonderingen waar de opleiding langer duurt. Men kan een masteropleiding starten na het afronden van een bacheloropleiding. Na het afronden van een masteropleiding kunnen studenten nog een stapje verder gaan en hun doctoraat halen, maar de meeste studenten zoeken een plek binnen het bedrijfsleven.